Aanleiding
In Nederland wordt veel crimineel geld witgewassen. De Wet voorkoming Witwassen en Terrorismefinanciering (WWFT) moet er voor zorgen dat het Nederlandse financiële stelsel minder kwetsbaar wordt hiervoor. De belangrijkste spelers (aan de private kant) om deze taken uit te voeren zijn de zogenaamde poortwachters (makelaars, banken, levensverzekeraars, trustkantoren en notarissen).
Zij moeten voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van het betalingsverkeer of andere financiële diensten. Iedere poortwachter heeft daar een andere rol en verantwoordelijkheid maar zij doen dat als onderdeel van een keten samen met onder meer publieke toezichthouders, opsporingsinstanties en het Ministerie van Financiën. Daarnaast hebben poortwachters te maken met verplichtingen volgend uit de Sanctiewet.
In juni 2022 heeft VBO in samenwerking met andere stakeholders een notitie besproken rondom de knelpunten in de uitvoering van de witwaswetgeving. Geconcludeerd werd dat het huidige systeem onvoldoende effectief en inefficiënt is en is gebaseerd op onduidelijke regels. In die notitie zijn uiteenlopende oplossingen aangedragen die verder reiken dan alleen de rol van de poortwachters en hebben we onze inzet bepaald.
Gezien de rol van de poortwachters in de witwasaanpak en de uitvoering van sanctiewetgeving, hebben wij besloten meer en beter samen op te trekken. Deze notitie beperkt zich tot de rol van de poortwachters en hun doel om verbeteringen in het systeem en de werkwijzen gerealiseerd te krijgen.
De onderlinge samenwerking heeft geleid tot een opdracht aan KPMG om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om te komen tot verhoging van de effectiviteit en efficiëntie bij poortwachters. De verbetering van de rol en positie van de poortwachter zal positieve gevolgen hebben voor de hele witwasketen, inclusief de klant van de poortwachter.
Doelen van samenwerking tussen poortwachters
Het onderzoek ‘Krachten gebundeld’ is het resultaat van een unieke samenwerking tussen verschillende zogenaamde poortwachters om de aanpak van witwassen en de uitvoering van sanctiewetgeving te verbeteren. Daarbij zijn verschillende elementen van belang:
• door betere samenwerking wordt de opsporing van witwassen beter (leidt tot meer boeven vangen);
• minder ongemak voor de klanten, dus voor ondernemers die zaken doen via hun bank, notaris, makelaar of verzekeraar (bijvoorbeeld minder dubbele uitvragen van dezelfde informatie);
• efficiëntere inzet van poortwachters (gerichtere inzet leidt tot lagere kosten voor poortwachters)
Iedere poortwachter heeft een eigen rol en een eigen verantwoordelijkheid. Soms is dat vanuit de rol als dienstverlener, soms is dat vanuit het risico op misbruik voor witwasdoeleinden of omdat zij door de aard van hun werk witwas-indicaties kunnen signaleren. Hoewel ieder een eigen rol heeft, kan -als men het geheel bekijkt- in de aanpak van witwassen veel verbeterd worden.
Oplossingsrichtingen
Uit het KPMG-onderzoek volgen drie typen oplossingsrichtingen, waarbij:
1) poortwachters zelf aan zet zijn;
2) poortwachters en de overheid gezamenlijk moeten optreden;
3) de overheid aan zet is.
Hieronder volgt een nadere toelichting.
1) Poortwachters zelf aan zet
De unieke samenwerking tussen verschillende poortwachters stelt hen in staat een betere invulling te geven in de eigen positie als poortwachters, maar ook in de samenwerking waardoor de aanpak van witwassen en de uitvoering van sanctiewetgeving verbetert, versnelt en vergemakkelijkt. Dat moet ook leiden tot verlichting voor de klanten van de poortwachters. Mogelijke verbeterstappen:
• een eenduidige taxonomie afspreken. Dat leidt ertoe dat zij dezelfde interpretatie hebben van de wettelijke verplichtingen. Doordat poortwachters ‘dezelfde taal’ gaan spreken, kan herhaalde uitvraag bij dezelfde klant worden voorkomen. Deze taal, definities en interpretaties vormen de basis voor vele andere oplossingsrichtingen.
• waarschuwingssystemen voor alle poortwachters. Banken en verzekeraars kennen reeds een dergelijk systeem. Hierdoor worden personen of transacties die een risico vormen voor de integriteit van het financiële stelsel – onder strikte voorwaarden- in kaart gebracht. Door betere informatiedeling worden poortwachters in staat gesteld risico’s in kaart te brengen en hierop te kunnen reageren.
• een gezamenlijke digitale voorziening inrichten. Hierdoor kan de klantreis versneld en vergemakkelijkt worden. Dit geldt voor zowel tegengaan van witwassen als uitvoering van de sanctiewetgeving. In het buitenland zijn daar goede ervaringen mee. Dit zal de nodige tijd kosten en zal in beginsel alleen een nationale toepassing kennen met toegankelijkheid voor een beperkt aantal deelnemers.
Samenwerking met overheid en wensen voor nieuw kabinet
Het kabinet is demissionair. De aanpak van witwassen (de wet plan van aanpak witwassen en de beleidsagenda) is helaas controversieel verklaard. De betrokken poortwachters zullen daarom in eerste instantie focussen op bovengenoemde stappen die zij zelf kunnen zetten.
Oplossingsrichtingen waarbij de overheid een rol heeft, kunnen in deze demissionaire periode moeilijker opgevolgd worden. De komende formatieperiode zal gebruikt worden om wensen bij (toekomstige) bewindspersonen en (toekomstige) Kamerleden en ambtenaren onder de aandacht te brengen.
Het rapport behelst een groot aantal aanbevelingen die op complexiteit en impact zijn beoordeeld. Op basis daarvan zal in overleg met de poortwachters bezien worden welke aanbevelingen als eerste onder de aandacht van de overheid dienen te worden gebracht. Hieronder wordt een aantal voorbeelden benoemd.
2) Oplossingsrichtingen in samenwerking met de overheid:
• Structurele publiek-private samenwerking zowel op fenomeenbasis als op operationeel niveau. Daarbij dient de samenwerking niet beperkt te worden tot alleen banken. Ook andere poortwachters dienen hierbij te worden betrokken.
• Toewerken naar het gebruik van digitale identiteiten. Dit houdt in dat digitaal het ID van een klant kan worden gecheckt door middel van digitale authenticatiemiddelen. DigiD is een voorbeeld hiervan. Een dergelijk middel zou kunnen worden ontwikkeld voor poortwachters en hun klanten.
3) Oplossingsrichtingen waarbij de overheid aan zet is:
Poortwachters moeten zo goed mogelijk hun rol kunnen vervullen. Van de overheid wordt zowel een meer leidende als een meer ondersteunende rol verlangd.
• Meer regie door de overheid. Er zijn veel verschillende overheidsspelers (politie, OM, toezichthouders, gemeenten, departementen, belastingdienst enz). Iedere overheidspartij heeft een eigen rol en belang. Soms is dat vanuit de aanpak van ondermijning, soms het tegengaan van financieel economische criminaliteit of tegengaan terrorisme. De belangen van de verschillende spelers zijn soms tegenstrijdig. Er wordt veel gepolderd maar er worden geen heldere keuzes gemaakt. Door de fragmentatie is geen zicht op de resultaten van de nationale anti-witwasaanpak als geheel en is tussentijdse bijsturing moeilijk.
• Daarnaast zou de overheid de poortwachters moeten ondersteunen door bijvoorbeeld te zorgen voor:
– een veilig meldproces waardoor poortwachters geen angst voor represailles van de criminelen hoeven te hebben wanneer zij een ongebruikelijke transactie melden,
– toegang tot bepaalde systemen toestaan voor poortwachters zodat zij betere controles kunnen uitvoeren bijvoorbeeld toegang tot de BRP,
– meer inzicht geven in de opvolging van de meldingen hetgeen zal leiden tot betere meldingen en meer mogelijkheden om tussentijds werkwijzen aan te passen,
– wettelijke mogelijkheden om meer informatie onderling uit te wisselen zodat poortwachters beter in staat zijn om witwassen te detecteren en shop-gedrag van criminelen tussen de poortwachters te voorkomen.
Vervolg
Het KPMG-rapport bevat een uitgebreide lijst met aanbevelingen. Het rapport ‘Krachten gebundeld Naar een effectievere en efficiëntere invulling van de poortwachtersrol in Nederland’ is nog niet openbaar. Deze zal binnenkort worden aangeboden aan ministers.
Daarbij zullen wij ook een bijeenkomst organiseren waarbij onder andere politici door experts worden meegenomen in de knelpunten en waarbij de noodzaak van een leidende rol van de overheid, die regie neemt, keuzes maakt om te komen tot een goede aanpak en (juridische) barrières wegneemt, nog eens wordt onderstreept.