Regie op versnelling woningbouw: leren van de buren

We willen het woningtekort met z’n allen terugdringen en daarbij kan het natuurlijk geen kwaad om over de grens te kijken.

Vorig jaar publiceerde Erwin van der Krabben, hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de Radboud Universiteit en werkzaam als zelfstandig adviseur, een analyse over knelpunten aan de aanbodkant van de woningmarkt en grond- en woningbouwbeleid in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zweden en Singapore.

Een rapport dat nog steeds actueel is met de woningbouwopgave waar het kabinet nu voor staat en de gemaakte afspraken op de recente Woontop. En er staan interessante kerncijfers in over de huizenvoorraad en woningbehoefte. 

Een paar zaken uit het rapport:

  • Het gemiddelde beschikbare subsidiebedrag per te realiseren ‘betaalbare woning’ is in Nederland relatief laag. Dat wordt vermoedelijk deels verklaard doordat in Nederland een groot deel van de nieuwbouw door woningcorporaties – ondanks het feit dat het meestal onrendabele investeringen betreft – vanwege de vermogenspositie van woningcorporaties zonder rijkssubsidie kan plaatsvinden.
  • Een ander opvallend verschil tussen Nederland en de onderzochte landen is dat in Nederland uitsluitend locatiesubsidies beschikbaar zijn voor de stimulering van de woningbouwproductie, terwijl in andere landen vooral subsidieprogramma’s op basis van objectsubsidies beschikbaar zijn.
  • In Duitsland worden naast woningbouwsubsidies ook fiscale incentives ingezet om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren. In Nederland wordt ook – buiten het bestek van dit onderzoek met het oog op de versnelling van de woningbouw vanuit verschillende kanten herhaaldelijk gewezen op de inzet van fiscale incentives, zoals btw-verlaging voor sociale nieuwbouwwoningen en/of renovatie en herstel, investeringsaftrek voor duurzame woningbouw, investeringsaftrek voor duurzame woningbouw en versoepeling van fiscale regels voor bouwgrond.
  • Waar Nederland een traditie heeft van actief gemeentelijk grondbeleid, ontbreekt die traditie grotendeels in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Zoals bekend zijn Nederlandse gemeenten in de afgelopen 15 jaar veel minder actief grondbeleid gaan voeren. In Duitsland, en in mindere mate ook in het Verenigd Koninkrijk, wordt juist nu gepleit voor een actieve rol van gemeenten in de verwerving van grond en het stimuleren van gemeentelijke bouwgrondproductie.
  • Zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Duitsland worden maatregelen ingevoerd die moeten bijdragen aan de versnelling van planprocessen bij lokale overheden. Daarnaast worden ook maatregelen ingevoerd om eigenaren van grond met bouwvergunning sneller te laten starten met woningbouw. Deze maatregelen zijn mogelijk interessant in het licht van de voorstellen die in Nederland zijn gedaan voor invoering van een bouwplicht. 

Bekijk hier het rapport ‘Regie op versnelling woningbouw: leren van de buren’

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Werkgroep Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) woningbouw en grond. Erwin van der Krabben schreef het vanuit zijn rol als zelfstandig adviseur.

Deel dit artikel

Lees meer over: