Op 28 november 2023 behandelde de Geschillencommissie Makelaardij een geschil tussen klager en beklaagde. Klager betoogt dat in de verkoopprijs van € 560.000 de overeengekomen prijs van de roerende zaken, ter hoogte van € 5.000, is inbegrepen. Beklaagde betoogt dat dit door koper onjuist is geïnterpreteerd en dat de koop van deze roerende zaken los staat van de verkoopprijs van het onroerend goed. De commissie wijst het door de consument verlangde af.
De commissie beoordeeld de tekst in de koopovereenkomst als duidelijk. Beklaagde heeft tweemaal de kans gehad de concept-verkoopakte door te nemen en heeft na uiteenzetting van de hoofdzaken de definitieve koopakte en de lijst van over te nemen roerende zaken, waarop duidelijk € 5.000 staat vermeld, getekend. Eventuele misinterpretaties van de consument over het verkoopbedrag worden daarom aan hem zelf toegeschreven. Er is geen bewijs dat de makelaar enige nalatigheid heeft getoond. Daarom ziet de commissie geen reden voor de door de consument gevraagde verdeling van het bedrag. Concluderend wordt beslist dat de klacht van klaagster ongegrond is.