De commissie oordeelt dat er sprake is van handel in de zin van regel 6 van de erecode. Deze hadden de intenties de verkoper te helpen in een moeilijke positie. Feit blijft echter dat de woning na één maand met winst is verkocht en dat er daarbij is geprofiteerd van de courtage.
De intentie van de beklaagden, het helpen van een verkoper in een moeilijke situatie, doet hier niet aan af. De commissie stelt dat er niet slechts uit belang van de verkoper is gehandeld, maar dat de beklaagden ook hun eigen belang nastreefden. De beklaagden hebben een deel van de winst gedeeld met de verkoper, maar dit maakt geen verschil in de conclusie van de commissie.
De commissie:
– Verklaart de klacht gegrond;
– Legt aan de beklaagden een berisping op;
– Legt aan de beklaagden een voorwaardelijke boete op ter hoogte van € 15.000;
– Bepaalt dat de beklaagden het klachtengeld vergoeden;
– Bepaalt dat de beklaagden de behandelingskosten moeten vergoeden.